Er is vlees en er is vlees,in alle soorten en in alle maten.
De ene soort is aangekleed en kan ongebreideld praten.
Andere soorten zijn behaard,of hebben heel veel veren.
En laten zich in grote aantallen door de eerste soort opconsumeren.
Alles krioelt hier maar in grote drukte door elkaar
dankzij God's gulle scheppingsgebaar,
Waartoe?En waarvoor?
Dat kunnen we gelukkig weten dankzij de dominee en de pastoor.
Die geven Gods redenen en bedoelingen aan
waarom we hier ronddolen in dit aards bestaan.